Computers zijn een onmisbaar onderdeel van onze moderne samenleving geworden. Steeds meer zaken worden in de computer
gestopt, en dat leidt regelmatig tot grote problemen. Dat geldt zeker als computers worden geprogrammeerd om data
te verwerken zonder dat er nog mensen aan te pas komen om de wijzigingen goed te keuren, met de toeslagenaffaire als
pijnlijk dieptepunt.
Lees meer >>
Computers zijn een onmisbaar onderdeel van onze moderne samenleving geworden. Steeds meer zaken worden in de computer gestopt, en dat leidt regelmatig tot grote problemen. Dat geldt zeker als computers worden geprogrammeerd om data te verwerken zonder dat er nog mensen aan te pas komen om de wijzigingen goed te keuren, met de toeslagenaffaire als pijnlijk dieptepunt.
In de loop der jaren heb ik ingezien dat niet alles wat met de computer kan, ook echt met de computer móét. In veel gevallen is de 'old school' methode met papier en pen net zo goed, en vaak beter en/of ook persoonlijker. Denk aan het sturen van een felicitatie of condoleance, Maar er zijn ook zaken die alleen per post geregeld mogen worden, zoals bepaalde financiële of juridische stukken.
Ik vind dat computers behalve nuttig ook leuk zijn. Er bestaan echter ook toepassingen (en dat worden er steeds
meer) waarvan ik me afvraag of we dat met z'n allen wel moeten willen…
Op deze pagina wat van mijn gedachten over het wel-of-niet gebruiken van computers en de gevolgen daarvan.
<< Verberg deze tekst
klik of tik op een onderwerp om de tekst te lezen
De meeste thuiscomputers draaien op Windows. Met elke nieuwe release van Windows kan het meer, neemt het gebruiksgemak toe en ziet het er mooier uit. Om al dat moois zichtbaar te maken moet er onder de motorkap, niet zichtbaar voor de gebruiker, steeds meer gebeuren. Er wordt dus steeds meer gevraagd van de hardware. Daardoor wordt de computer trager. De voortgaande ontwikkeling van Windows is daarmee niet noodzakelijk een verbetering, integendeel.
Met de introductie van Windows 11 is er ook specifieke hardware verplicht geworden. Het gaat hier om de Trusted Platform Module (TPM), een chip die helpt bij de beveiliging van de computer. Oudere computers beschikken vaak niet over een TPM-chip. Die kunnen Windows 11 zonder min-of-meer illegale ingrepen niet draaien en worden daardoor feitelijk onbruikbaar.
Als je wilt blijven werken met je TPM-loze oude computer kun je er een ander operating system op zetten. Vaak worden
daarvoor ChromeOS Flex en Linux aangeraden.
Nu is ChromeOS Flex m.i. geen optie. Je kunt er alleen Google-applicaties op draaien, Windows-software installeren
is niet mogelijk. Dat maakt het wel heel beperkt.
Voor thuisgebruik worden vaak de Linux-distributies Ubuntu desktop
en Mint Cinnamon aangeraden. Dat zijn prima alternatieven voor
Windows. Ze zijn gratis. Andere distributies die geschikt zijn om Windows te vervangen zijn dat niet altijd.
Van deze twee lijkt Mint qua uiterlijk van de interface het meeste op Windows: Taakbalk onderaan het scherm, startknop
met startmenu links onderin en icons op het bureaublad. Bij Ubuntu is dat wat minder. Mijn persoonlijke voorkeur
gaat uit naar Linux Mint. De Cinnamon-editie van Mint komt met een uitgebreid pakket software, waaronder Libre Office.
Dat is mooi meegenomen, want Windows-software draait zonder speciale ingrepen niet of maar beperkt onder Linux.
Tenslotte: Als je oude computer met Windows 10 al heel traag is, zal het weinig of niets helpen om er Linux op
te zetten. Je PC is dan écht te oud…
Ook de systeemeisen voor Linux worden steeds zwaarder, al gaat het minder snel en minder heftig als bij Windows.
11 augustus 2025
Als je een huis gaat bouwen begin je met de fundering. Daarna volgen de vloer, muren, nog een vloer, soms nog meer
muren en vloeren, en tenslotte het dak. Na verfraaiing van de binnenkant is het huis klaar en ga je er in wonen.
In de loop van de tijd wordt er misschien wat aan verbouwd en/of wordt er een aanbouw toegevoegd, maar dat is het
dan, tot het huis wordt afgebroken.
De functie van het huis zal al die tijd niet of nauwelijks veranderen. Dat komt omdat de toepassingsmogelijkheden
van een huis beperkt zijn. Huizen zijn meestal niet geschikt om mee te varen 😁.
Je zou denken dat het met software net zo gaat. Bij veel software is dat zo, maar er zijn pakketten …
Veel moderne software is gebaseerd op een goed idee. Als zulke software is gerealiseerd en gebruikt gaat worden,
worden er, ondanks uitgebreid testen, soms nog foutjes gevonden. Die worden –als het goed is– in een
onderhoudsronde gecorrigeerd.
Tijdens het gebruik geven gebruikers feedback, vaak met vragen om extra functies. Dat is normaal. Er is ook niets
op tegen om die extra functies aan de software toe te voegen, zolang het primaire, oorspronkelijke doel van de software
niet uit het oog wordt verloren. En daar gaat het wel eens fout.
Als software "af" is, moet het klaar zijn met de ontwikkeling. Extra functionaliteit behoort extra te
zijn en mag nooit de toegankelijkheid van de basisfunctie van het programma hinderen. Soms zie je enorme menu's ontstaan
waar je als (nieuwe, onervaren) gebruiker compleet in verdwaalt. Het toevoegen van van extra opties kan zo ver gaan
dat de systeemeisen voor de software topzwaar worden. Na elke software-update zou er eigenlijk een nieuwe computer
nodig zijn.
Helemaal vervelend wordt het als bugs zonder mededeling niet blijken te zijn opgelost, of erger nog, als ooit opgeloste
bugs blijken terug te zijn terug gekomen (ja, dat gebeurt echt! 😝).
Beter is het om uitbreiding van functionaliteit via de instellingen naar keuze van de gebruiker beschikbaar te maken
of juist te verbergen. In de praktijk tref je dat helaas niet vaak meer aan.
Het steeds weer groter en zwaarder maken van software tref je aan bij alle soorten software. De diepere oorzaak lijkt te liggen bij het uitbreiden van specificaties, waarbij de indruk ontstaat dat de gevolgen voor het uiteindelijke computerprogramma onvoldoende zijn doordacht. Vooral programmeertalen en -omgevingen zijn daar "goed" in, maak vlak ook grafische software niet uit.
14 juli 2025
De tijd van stormachtige ontwikkelingen in computerland lijkt achter ons te liggen. Met de komst van "Kunstmatige" Intelligentie hebben we de laatste orkaan voorlopig wel gehad. Totdat er iemand weer een goed idee heeft…
Terug kijkend zie je dat je vroeger dingen moest instellen die tegenwoordig nog wel worden gebruikt, maar door
de tijd zijn ingehaald. Één van die dingen is de codepage. Dat is een tabel die wordt gebruikt
bij het vertalen van een toetsaanslag in een karakter of symbool dat op het scherm verschijnt. Vóór
Windows 2 werd in MS-DOS standaard IBM codepage 437 (cp437) ingesteld, met een regeltje in config.sys. Dat
was handig, want in cp437 zitten karakters (ASCII 179 t.m. 218) waarmee je kaders kunt tekenen:
│ ┤ ╡ ╢ ╖ ╕ ╣ ║ ╗ ╝ ╜ ╛ ┐ └
┴ ┬ ├ ─ ┼ ╞ ╟ ╚ ╔ ╩ ╦ ╠ ═ ╬
╧ ╨ ╤ ╥ ╙ ╘ ╒ ╓ ╫ ╪ ┘ ┌
Bij de schermopmaak in dBaseIII+ en vooral bij Turbo Pascal programma's gebruikten we dat vaak.
Met de komst van MS-DOS 5 en Windows 2 werd dat anders: Toen werd codepage 1252 de standaard. De karakters voor
de kaders werden vervangen door wat anders, waardoor de lijst hierboven veranderde in:
³ ´ μ ¶ · ¸ ¹ º » ¼ ½ ¾ ¿ À
Á Â Ã Ä Å Æ Ç È É Ê Ë Ì Í Î
Ï Ð Ñ Ò Ó Ô Õ Ö × Ø Ù Ú
Met als gevolg dat er weinig heel bleef van de mooie kaders in onze TurboPascal-software. Toen binnen de organisatie
waar ik werkte de hardware werd vervangen, moest op alle PC's codepage 1252 worden veranderd in codepage 437.
Wat er beter is geworden: Vrijwel alle computers gebruiken nu de karakterset UTF-8, waarin zo'n beetje elk
wereldwijd gebruikt karakter wel kan worden opgeslagen. Het definiëren van een codepage is niet meer nodig. Bij
de installatie van een Operating System wordt, op basis van een toetsenbord-definitie en de taal, automatisch een
deelverzameling van UTF-8 gekozen. Als een andere taal en/of toetsenbord wordt ingesteld, wordt automatisch de vereiste
deelverzameling van UTF-8 aangepast.
In een webpagina zet je een tag in de <head>: <meta charset="utf-8">.
Codepages worden nog wel ondersteund ten behoeve van oude software.
14 augustus 2025
Kunstmatige Intelligentie of Artificial Intelligence, (A.I.), is "in". Die enorme computerprogramma's waar gigantische databases aan gekoppeld zijn, nemen je veel werk uit handen. Veel taken doen ze beter dan mensen ooit zullen kunnen, met name in het herkennen van gegevens en gegevenspatronen in grote of complexe datasets zijn ze goed en worden ze steeds beter. Denk aan het herkennen van een gezicht in een stapel van duizenden foto's, of het opmerken van minuscule kankergezwellen in een mammografie (= een röntgenfoto van een vrouwenborst). Ook het ontdekken van plagiaat in wetenschappelijke teksten is een prima toepassing.
Er zijn echter toepassingen van AI waar ik zo mijn bedenkingen bij heb. Dat zijn AI-toepassingen die ik de naam "Kunstmatige Creativiteit" heb gegeven. Software die op basis van een paar relatief eenvoudige instructies zelfstandig teksten of beelden bedenkt. Een plaatje van een Pokémon in Van Gogh-style is grappig, maar een verzonnen wetenschappelijke publicatie compleet met niet-bestaande referenties is bedenkelijk. Dan hebben we het nog niet over compromitterende foto-composities van al-of-niet Bekende Nederlanders.
De oorzaak van de misère ligt volgens mij in de manier waarop de software wordt getraind. Er wordt te weinig aandacht besteed aan het herkennen van bedrog. Ook zijn de 'regels' waar de software over beschikt om aanvullingen te bedenken niet goed genoeg gedefinieerd, waardoor de software racistische en/of obscene teksten, beelden en video's kan produceren.
Creativiteit is, evenals inlevingsvermogen, een menselijke eigenschap. Om dat in software te stoppen is veel meer nodig dan in de huidige stand van de techniek mogelijk is. Naar mijn mening is deze software voor het grote publiek te vroeg op de markt gebracht. Er is te weinig onderzocht of de software voldoende is beveiligd tegen oneigenlijke toepassing. Daardoor lopen we met z'n allen constant achter de feiten aan en raakt internet steeds verder vervuild met nog meer leugens en aanpalende onzin.
Kunstmatige creativiteit? Voorlopig maar links laten liggen. Zelf iets moois maken is veel leuker.
12 oktober 2023
Met enige regelmaat koop ik dingen op internet: kleding, schoenen, shampoo, een computer, noem het maar op. Meestal gaat goed, maar soms ook niet.
Ooit kocht ik een paar schoenen bij een webwinkel, die van oorsprong een traditioneel postorderbedrijf is. Dat soort bedrijven heeft vaak goede webwinkels. Helaas wordt soms vergeten om de mensen van de klantenservice adequaat op te leiden. Dat kan merkwaardige situaties opleveren.
De bestelling liet lang op zich wachten, en de track & tracecode van de pakketbezorger (om het pakketje te volgen) werkte niet. Daarom maar eens gebeld. De vriendelijke dame van de klantenservice wist te melden dat er bij de pakketbezorger een storing was geweest, maar dat het pakketje binnen een paar dagen zou worden bezorgd. Dat gebeurde inderdaad.
De schoenen waren te groot en dus moesten ze terug. Bij het inleverpunt bleek de track & tracecode niet te werken, sterker nog, de hele zending was bij de pakketbezorger onbekend. Daarom maar eens gebeld.
De vriendelijke dame van de klantenservice kon de bestelling in de computer zien, dat die was verzonden, en ook
dat ik er over gebeld had. Ze snapte alleen niet dat de track & tracecode van de pakketbezorger niet werkte (als
gevolg van de storing) en ik daarom een andere nodig had. Volgens haar kon dat niet, want ik had een code en die moest
ik gebruiken, want: "het staat zo in de computer". Daar kwam ik dus niet doorheen.
Dat was missertje nummer één.
Na enig gesteggel riep ze de chef erbij. Die wist te melden dat ik de meegeleverde track & tracecode moest
gebruiken, omdat ik anders het pakketje niet kon terugsturen.
Dat was missertje nummer twéé. Inmiddels was ik een beetje pissig.
Gelukkig kreeg ik de chef zover om er een andere collega bij te halen. Die zei: "O, dan moet je even zus-en-zo doen". Ze klikte wat, verifiëerde mijn e-mail adres en even later kwam de nieuwe track & tracecode binnen. Die code uitgeprint, op het pakketje geplakt en ingeleverd. Het werkte perfect.
Wat leren we hier van?
• Je kunt je niet beroepen op iets wat in de computer staat. Iets is niet noodzakelijk juist, enkel en
alleen "omdat het zo in de computer staat".
• Als er een fout optreedt in het ene informatiesysteem, kan dat gevolgen hebben voor de juistheid van
de inhoud van andere systemen. Bij de pakketbezorger verongelukte er een track & tracecode. Bij de gebruikers
van die code (zowel de verzender als de ontvanger van het pakketje) was dat niet doorgekomen en dus kwam het proces
tot stilstand.
• Van een klantenservice mag worden verwacht dat de medewerkers (m/v) weten hoe de dataflow in elkaar
steekt en hoe daar op kan worden ingegrepen als dat nodig is.
10 september 2022
Een overheidsinstantie vroeg mij eens om nadere informatie over een zeker onderwerp. Ik zou daarvoor een formulier moeten invullen dat te vinden zou moeten zijn binnen "mijn" werkomgeving. Dus ik ga op zoek naar dat formulier binnen mijn werkomgeving. Het is helaas niet te vinden. Ik besloot een paar dagen te wachten, maar het formulier verscheen niet.
Er kwam wel een herinnering in mijn mailbox dat ik dat formulier nog moet invullen, compleet met verwijzing naar
mijn werkomgeving. Maar omdat het formulier nog steeds niet in mijn werkomgeving stond, heb ik er maar eens een telefoontje
aan gewaagd. Na de nodige wachttijd (het aantal keren dat de computer zei dat ik zo spoedig mogelijk word geholpen
heb ik niet geteld) kreeg ik een vriendelijke dame aan de lijn. Ze vertelde mij dat de gevraagde informatie via formulier
zus-en-zo noodzakelijk was, maar dat haar collega het formulier kennelijk niet had klaargezet in mijn werkomgeving.
Er stond wel een actie klaar om dat te gaan doen, maar die was nog niet uitgevoerd. Op mijn vraag of het niet handig
zou zijn als dat meteen bij het zetten van het vinkje zou gebeuren kreeg ik geen duidelijk antwoord. De dame zei dat
ze dat handmatig moet doen, wat ze ook meteen deed.
Ik kon het formulier voorzien van de gevraagde gegevens en opsturen. Daarna was iedereen weer blij.
De moraal van dit verhaal:
Er zijn zaken die je niet aan een computer kunt overlaten. Er zijn ook zaken die je niet
aan mensen moet overlaten. Dat zijn vooral routinematige handelingen. Het goed programmeren van computers
helpt daarbij.
16 augustus 2022
Niet iedereen mag altijd overal komen. Denk aan een kantoorgebouw of het magazijn van een supermarkt of warenhuis, waar alleen het personeel naar binnen mag. Je kunt de deur op slot houden, maar dan komen er na verloop van tijd erg veel sleutels in omloop. Dan schiet het systeem zijn doel voorbij.
Je kunt een sleutel vervangen door een tag. Dat is een code waarmee je aan een computersysteem kunt laten
weten dat je toegang hebt en dat de deur van het slot moet cq. dat de deur open moet. De code bevindt zich in het
hoofd van een persoon (bijv. getal intypen om de deur van het slot te halen) of in een "ding", zoals een
pasje met een magneetstrip, een NFC-chip, een streepjescode of een QR-code.
Mits goed ingeregeld werkt dit soort systemen prima. Een ander verhaal wordt het als je naast de tag nog iets anders
moet hebben of iets moet doen. Ik beperk me tot een tweetal voorvallen die mij zijn overkomen.
Ik bezoek regelmatig een sportschool. Tijd reserveren gaat met een app. Toegang krijg je met een QR-code die wordt geproduceerd door dezelfde app. Op het eerste gezicht een prima aanpak, maar het is kwetsbaar: Als je vergeet van te voren te reserveren mag je er niet in, ondanks je geldige QR-code. Als je telefoon leeg is, kun je het helemaal schudden. Gelukkig is er dan nog de receptionist (m/v) die even open doet, net zoals hij/zij dat vroeger ook deed. Ik vind dat de toepassing van een computersysteem hier een beetje is doorgeslagen.
Met enige regelmaat bezoek ik de polikliniek van een ziekenhuis. Meldde je jezelf vroeger aan bij de balie van
het betreffende specialisme, tegenwoordig gebruik je een aanmeldsysteem.
Bij binnenkomst van het ziekenhuis meld je je met een legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs) aan bij een terminal.
Als je die dag een afspraak hebt, krijg je een strookje papier met een QR-code. Feitelijk wissel je de ene tag om
voor een andere. Met de nieuwe tag ga je naar de wachtkamer van de specialist. Daar scan je de QR-code en word je
aangemeld bij de balie. Na een paar minuten word je binnengeroepen bij de arts of verpleegkundige.
Op het eerste gezicht is dit een mooi systeem, want het ontlast de baliemedewerkers. Maar als er iets mis is met
de afspraak, kan het gebeuren dat de aanmelding niet doorkomt bij de balie, hoewel het systeem wel zegt dat je bent
aangemeld. Gevolg is dat je zomaar een uur zit te wachten…
Jezelf melden bij de balie voorkomt dit soort missers. Het is ook veel persoonlijker.
De conclusie luidt: Als je mensen weghaalt uit een informatie-keten, zullen fouten in de informatie-stroom langer onopgemerkt blijven. En dat moet je niet willen.
11 juli 2022
Computers zijn pas echt leuk als je ook nog wat onder de motorkap van het operating system en in de systeemkast
kunt rommelen, al was het alleen maar om uit te vinden hoe iets werkt. Je hoeft dan niet eens iets te veranderen.
Er is een trend gaande bij de leveranciers van hardware en operating systems om de boel steeds verder op slot te draaien.
Het is met goed fatsoen niet (meer) mogelijk om een mobiele telefoon of tablet open te schroeven. Bij een wat oudere
laptop lukt het nog, maar bij een nieuwe kun je het wel vergeten. Alleen bij desktop-PC's kan het nog, maar de vraag
is voor hoe lang. Die systeemkasten worden ook steeds kleiner (lees: ontoegankelijker).
Bij operating systems is iets dergelijks aan de hand. Bij de producten van Apple en Google (Android) zijn zonder speciale, riskante, ingrepen geen wijzigingen mogelijk, anders dan die de fabrikant aanbiedt. Windows was wat dat aangaat tot de komst van Windows 11 goed te behappen, maar ook hier gaat de boel steeds verder op slot. Dat is nog te omzeilen door het register direct te benaderen, maar dat kan ook riskant zijn, zeker als het slordig en/of onoordeelkundig gebeurt. Alleen bij Linux lijken de mogelijkheden te blijven. Met sudo in een shell kun je nog steeds doen en laten wat je wilt.
Waarom dit verhaal? Ik word vaak geraadpleegd door famile, vrienden en bekenden om een onwillige computer te temmen.
Dat kan een PC zijn, maar ook een mobiel apparaat. Het wordt steeds lastiger om zo'n ding tot de orde te roepen,
simpelweg omdat je niet meer bij de hardware, of diep in het operating system kunt komen. Als het een Windows-PC
betreft, wil een bezoekje aan SchoonePC.nl nog wel eens helpen.
Andere systemen zijn grotere uitdagingen. Documentatie op internet is vaak in het Engels. Als dat ook nog door in
een forum is geschreven in nerdy steenkolen-Engels, komt dat de begrijpelijkheid niet ten goede. En dan lukt me niet
(meer)…
Het bovenstaande maakt me wel eens een beetje melancholiek. Met weemoed denk ik dan terug aan de tijd dat een home-computer
een kast van 15 × 30 × 50 cm was. Waar de kabels dik en robuust waren en er weinig verschil was tussen
een straalkachel en een monitor (die je desnoods zelf met een schroevendraaier en een soldeerbout kon repareren).
Ik geeft toe: die oude computers waren niet snel. Maar als je wat moois gemaakt had, was je er wel blij mee. De "huidige"
computers zijn veel sneller. Maar of dat ook béter is?
Geef mij die ouwe troep maar. Die déden het ook, maar in een rustiger tempo. Minder slecht voor je hart.
4 juli 2022, bijgewerkt 7 augustus 2025
Een van de mooie dingen van internet is e-mail, hoewel dat ook zijn kwalijke kanten heeft. In de late jaren negentig van de vorige eeuw, toen internet toegankelijk werd voor het grote(re) publiek, ontdekte men al gauw dat je iemand een e-mailtje kunt sturen voor zijn/haar verjaardag. In plaats van een 'ouderwetse' prentbriefkaart of dubbele kaart in een envelop, kreeg de jarige een berichtje in zijn/haar Postvak IN, soms met een lief plaatje van de soort waar Facebook vol mee staat. Maar het persoonlijke van de handgeschreven gelukwens ontbreekt.
Ik denk (en ik denk velen met mij) dat e-mail vooral geschikt is voor zakelijke toepassingen, minder voor persoonlijke berichten. Slimme web-ondernemers hebben dat opgepakt en de e-card bedacht. Je kunt dan een soort digitale kaart maken en die op een website door de ontvanger laten bekijken. De ontvanger krijgt —uiteraard per e-mail— een bericht dat er een e-card staat te wachten. Maar het persoonlijke van de handgeschreven wens ontbreekt nog steeds.
Gelukkig zijn er slimme web-ondernemers. Er is een systeem bedacht waarbij je de kaart helemaal digitaal in elkaar kunt laten zetten, die door de website vervolgens wordt afgedrukt en per ouderwetse post naar de ontvanger wordt gestuurd. Mijn bezwaar is daarmee grotendeels opgelost. Alleen de gelukwens is nog niet met de hand geschreven…
Het liefste krijg ik een gewone kaart van papier, door de afzender met de hand geschreven en zelf op de post gedaan. Zo'n kaart kun je neerzetten of ophangen en je denkt nog even aan de persoon die hem stuurde.
De kaart die ik leuk vind koop je dus, of je maakt hem zelf. Dat laatste kun je ook láten doen. Kijk maar eens op tcards.nl.
17 juni 2022